Soorten partnergeweld
Er zijn verschillende factoren die ervoor kunnen zorgen dat geweld in een relatie binnen sluipt. De omstandigheden waarin je bent opgegroeid, de dingen die je meemaakt, de situatie waarin je je bevindt, de verwachtingen die je hebt, … spelen allemaal een rol. Geen enkel koppel maakt dan ook hetzelfde mee, maar toch kunnen we bepaalde patronen herkennen.
Geweld kan ontstaan uit onmacht, frustratie, … om met bepaalde moeilijke situaties om te gaan. Het is dan een uiting van de woede die je ervaart in bepaalde situaties en die je op elkaar uitwerkt. Geweld kan echter ook gebruikt worden door één van de partners als een soort van instrument om de partner te controleren en in zijn of haar macht te houden. In sommige geweldsituaties vind je elementen van beide soorten terug.
Geweld kent vele gedaanten en kan gaan van een kort agressief conflict waarbij over en weer geweld wordt gebruikt tot een chronische geweldsituatie.
De lijn tussen de verschillende vormen van geweld is niet altijd even gemakkelijk te trekken. Er doen zich vaak mengvormen voor. Toch is er een belangrijk onderscheid bij geweld wanneer er sprake is van macht en controle over de ander, tegenover wanneer het gaat om agressieve conflicten die alleen onder bepaalde omstandigheden of in bepaalde situaties voorkomen.
In het algemeen kunnen we een onderscheid maken tussen 2 soorten van partnergeweld:
- Geweld dat zich voordoet in bepaalde situaties of omstandigheden (situationeel geweld)
- Geweld als instrument om de ander te domineren (instrumenteel geweld)
Geweld dat zich voordoet in bepaalde situaties of omstandigheden (situationeel geweld)
Deze vorm van partnergeweld is de meest voorkomende en bekende vorm van partnergeweld. Dit geweld ontstaat wanneer een verhit conflict uit de hand loopt. Het geweld vaak wederzijds: beide partners gedragen zich agressief en zijn dus zowel slachtoffer als pleger.
Dit geweld komt voort uit onmacht in een bepaalde situatie, zoals bijvoorbeeld tijdens een woordenwisseling. Wat begint als een gewone woordenwisseling loopt plots volledig uit de hand. Je kunt hier ook wel spreken over niet goed ruzie kunnen maken.
Spanningen komen in iedere relatie voor en wanneer je dan als partners naar elkaar luistert, respect hebt voor elkaar en sociaal voldoende vaardigheden hebt, kan escalatie voorkomen worden. Alles wordt naar elkaar uitgesproken en je weet uiteindelijk hoe de ander erover denkt.
Op het moment dat het niet lukt om naar elkaar te luisteren, verlies je de controle en de regie over jezelf. Meestal is dat “in het heetst van de strijd”. Dan kun je zomaar dingen zeggen of doen, waar je daarna weer spijt van hebt. Maar dan is het natuurlijk al te laat.
Geweld als instrument om de ander te domineren (instrumenteel geweld)
Deze vorm van partnergeweld is een sterk controlerende vorm van partnergeweld. Het geweld is eenzijdig en macht en controle spelen een belangrijke rol. Deze vorm komt frequent voor binnen een relatie waarbij spanningen vaak escaleren en leiden tot ernstige letsels bij de mishandelde partner. De pleger isoleert, controleert en tiranniseert. Hij of zij gebruikt geweld om zijn of haar macht te behouden. Op verschillende manieren wordt het slachtoffer de zeggenschap ontnomen en wordt hij of zij geïsoleerd van zijn of haar familie en sociale omgeving.
Het geweld kan zich fysiek uiten, maar ook op andere manieren: dreiging en intimidatie, constant in de gaten houden wat het slachtoffer doet en waar hij of zij is, het ondermijnen van de wil van het slachtoffer door het zelfvertrouwen aan te tasten, door constante verbale aanvallen en door hem of haar te overtuigen dat er geen alternatieven zijn voor de relatie.
De mogelijkheden om zich tegen het controlerende gedrag te verzetten wordt zoveel mogelijk beperkt door de toegang tot allerlei hulpbronnen te ontzeggen en het slachtoffer afhankelijk te maken. Dit gebeurt bijvoorbeeld door het slachtoffer weinig geld te geven en niet toe te staan contact te hebben met vrienden of familie.
Plegers van eenzijdig geweld lijden doorgaans aan een psychische stoornis en/of worstelen met een verslaving.
Psychische stoornissen
Wanneer geweld wordt gebruikt als instrument om de partner te domineren, is er vaak een psychische stoornis en/of een verslaving aanwezig bij de pleger. Hieronder vindt u wat informatie over een aantal van de meest belangrijke psychische stoornissen. De vaststelling en behandeling van een psychische stoornis kan echter enkel door een psychiater uitgevoerd worden. Indien u enkele signalen herkent, contacteert u dan ook best een psychiater om met zekerheid te kunnen spreken over een psychische stoornis
Narcistische persoonlijkheidsstoornis
De belangrijkste kenmerken van een narcistische persoonlijkheidsstoornis (NPS) zijn een overdreven gevoel van eigenwaarde en gevoel van belangrijkheid (in fantasie of gedrag), een sterke behoefte aan bewondering en een gebrek aan empathie.
Volgens het handboek dat als standaard wordt gebruikt bij psychiatrische diagnostiek (DSM – Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders) spreekt men van een narcistische persoonlijkheidsstoornis als tenminste vijf van volgende kenmerken aanwezig zijn:
- Heeft een opgeblazen gevoel van eigen belangrijkheid (overdrijft bijvoorbeeld de eigen prestaties en talenten, verwacht te worden gezien als superieur, zonder de erbij horende prestaties).
- Is volledig in beslag genomen door fantasieën over grenzeloos succes, grenzeloze macht, genialiteit, schoonheid of ideale liefde.
- Gelooft dat hij of zij ‘bijzonder’ en uniek is en alleen kan worden begrepen door of moet omgaan met andere bijzondere mensen of met mensen (of instellingen) met een hoge status.
- Heeft een extreem hoge behoefte aan bewondering.
- Heeft het gevoel bijzondere rechten te hebben (onredelijke verwachtingen over een speciale voorkeursbehandeling, of dat er automatisch wordt voldaan aan zijn of haar verwachtingen).
- Maakt misbruik van anderen om zijn of haar eigen doelen te verwezenlijken.
- Heeft een gebrek aan empathie: is niet bereid de gevoelens en behoeften van anderen te erkennen of zich ermee te identificeren.
- Is vaak afgunstig op anderen of gelooft dat anderen afgunstig zijn op hem of haar.
- Toont zich arrogant in houding of gedrag.
Borderline persoonlijkheidsstoornis
De borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS) wordt gekenmerkt door impulsiviteit, instabiliteit van de stemming, relaties en zelfbeeld, extreem gedrag en zwart-wit denken over mensen.
Volgens het handboek dat als standaard wordt gebruikt bij psychiatrische diagnostiek (DSM – Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders) spreekt men van een borderline persoonlijkheidsstoornis als tenminste vijf van volgende kenmerken aanwezig zijn:
- Allerhande pogingen om te voorkomen dat men (denkbeeldig of werkelijk) in de steek gelaten wordt.
- Onevenwichtige en intense relaties gekenmerkt door afwisselingen tussen extreem idealiseren en devalueren.
- Een identiteitsstoornis: een duidelijk en volhardend instabiel zelfbeeld of zelfwaardegevoel.
- Een gebrek aan zelfbeheersing (impulsiviteit) waardoor men zichzelf schade berokkent (en dit op minstens twee van de volgende gebieden: geld verkwisten, risico’s nemen met seks, drugsmisbruik, roekeloos autorijden, vreetbuien).
- Terugkerend suïcidaal gedrag, terugkerende suïcidale uitingen en dreigen met zelfdoding, of automutilatie.
- Een onevenwichtige stemming als gevolg van de neiging om te emotioneel te reageren (bijvoorbeeld perioden van diepe somberheid, irritatie of angst die meestal een paar uur en zelden langer dan een paar dagen duren).
- Zich regelmatig ‘leeg’ voelen.
- Misplaatste, hevige woede of het niet kunnen beheersen van gevoelens van boosheid (bijvoorbeeld regelmatig terugkerende driftbuien, constante woede, vechtpartijen).
- Voorbijgaande, met stress samenhangende vorming van waanachtige ideeën of ernstige dissociatieve symptomen.
Antisociale persoonlijkheidsstoornis
Meest kenmerkend aan een antisociale persoonlijkheidsstoornis is dat men vaak van jongs af aan kampt met ernstige gedragsproblemen en in het volwassen leven weinig respect tonen voor anderen en voortdurend de grenzen van anderen overschrijden. Volgens het handboek dat als standaard wordt gebruikt bij psychiatrische diagnostiek (DSM – Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders) spreekt men van een antisociale persoonlijkheidsstoornis als er een diepgaand patroon van minachting voor en schending van de rechten van anderen (aanwezig vanaf 15 jaar), wat blijkt uit 3 of meer van volgende criteria:
- Niet in staat zijn zich aan te passen aan het maatschappelijk idee dat men zich aan de wet moet houden (zoals bijvoorbeeld blijkt uit het herhaaldelijk stellen van gedrag dat arrestatie tot gevolg kan hebben).
- Men is onbetrouwbaar (bijvoorbeeld dikwijls liegen, gebruiken van valse namen, of anderen oplichten voor eigen voordeel of plezier).
- Impulsief zijn of niet in staat zijn plannen te maken voor de toekomst (bijvoorbeeld rondreizen zonder doel voor ogen of zonder zicht op een baan).
- Men is prikkelbaar en agressief (bijvoorbeeld herhaaldelijk vechten of plegen van geweld, mogelijk mishandeling van partner en/of kinderen).
- Roekeloos en onverschillig tegenover de veiligheid van zichzelf of anderen (bijvoorbeeld dikwijls rijden onder invloed of te hard rijden).
- Constante onverantwoordelijkheid (zoals bijvoorbeeld blijkt uit het niet in staat zijn vast werk te behouden of financiële verplichtingen na te komen).
- Ontbreken van spijtgevoelens (bijvoorbeeld ongevoeligheid voor, of minimaliseren van anderen te hebben gekwetst, mishandeld of bestolen).